Na alle stormachtige en donkere dagen plotseling een paar
heldere en zonnige dagen. In de stad was er weinig boeiends te filmen dus maar
even buiten de stad gekeken. In het Leeuwarderbos reeën gesignaleerd. Met mijn fiets aan de hand liep ik aan de rand van het bos en stond plotseling oog in oog met
ze. Voor ik mijn statief had uitgeklapt waren ze 2 km verder. Schuwe beestjes.
Met de zoomlens kon ik ze nog achter halen. Maar dat is niet optimaal.
Duidelijk is dat ze aan de randen van het bos bivakkeren. Ze maken uitstapjes
naar de bewoonde wereld. Naar de volkstuintjes denk ik. Daar had ik ze al eens
gezien. Het beste is dus om vroeg in de ochtend -voor dag en dauw- met
een boerenkool op je hoofd je verdekt op te stellen aan de rand van het bos en
dan maar wachten. Lunchpakketje mede nemen.
In mijn bezit is een klein oud boekwerkje dat
Nederlandse Mythen en Sagen heet. Het boekje bevat een hoofdstukje Friese sagen
en volksverhalen. Het beschrijft o.a.
de reuzen Manke Meine en Kromme Knilles uit Akrum en het kwade wiif van Hylpen
en vooral veel dwaallichten. Dwaallichten zouden dolende zielen van mensen zijn
die nog iets af te maken hebben. Bijvoorbeeld van kinderen die niet gedoopt
zijn. Zij trekken mensen naar het water toe.
Volgens Nederlandse Mythen en Sagen zijn er dwaallichten bij
de terp van Hegebeintum gesignaleerd. Nu heb ik in de buurt gewoond en heb er
inderdaad veel dwaallichten waargenomen. Meestal deed ik de waarnemingen als ik
’s avonds op de fiets vanuit de kroeg op weg naar huis was. Het gebied heeft
veel lange en niet of slecht verlichte wegen. Lichtvervuiling komt er niet
voor. Van Leeuwarden is slechts een vage gloed aan de horizon waarneembaar. Het
is dus stikdonker. Soms is in de verte een enkele lantaarnpaal te zien. Niet
zelden heb ik een dergelijke paal voor iets buitenaards ofparanormaals aangezien. Maar de dwaallichten
zijn overgeleverde volksverhalen en dateren uit duistere tijden toen er nog
geen lantarenpalen bestonden en komen voor in alle tijden, landen en culturen.
Ongeveer 2 jaar geleden heb ik met het medium Jane
Rose Kelly Clarent voor een aflevering van dit videodagboek een bezoek gebracht
aan het kerkhof van Lekkum. Jane zag daar een geestverschijning. Het betrof een
dame in een blauwe jurk. De geest had daar een bepaalde taak die betrekking had
op het onderhouden van het kerkhof dat er enigszins vervallen bij lag. Hoewel
er in Nederlandse Mythen en Sagen geen melding gemaakt wordt van een geest in
een blauwe jurk bij Lekkum was het een geest met een missie of taak. Dus zou
het best een dwaallicht geweest kunnen zijn. In het boekwerkje trof ik ook
niets aan van de kleur van het gemiddelde dwaallicht. Maar al met al leek het
me reden om met het medium poolshoogte nemen bij Hegebeintum waar volgens het
boek dus een dwaallicht zou rond hangen.
Jane wilde aanvankelijk ’s avonds op pad. Immers is het
waarschijnlijker een geestverschijning in het donker tegen het lijf te lopen
dan bij daglicht. Maar in het donker is het slecht filmen. We hadden de mazzel
dat we zonder problemen de sleutel van het kerkje kregen. Hoewel we geen
dwaallichten hebben waargenomen ben ik in mijn overtuiging gesterkt dat ze er
moeten zijn Een magische plek Hegebeintum. En die dwaallichten zijn nog niet
van me af.
Wordt vervolgd.
Gebruikte muziek: Abel Korzeniowski en het is de soundtrack van de film een Single Man
De voorlaatste Nieuwjaarsduik was die van januari 2010. In
januari 2011 werd de duik afgeblazen. De burgers mochten wegens ijsvorming niet
in het water springen van onze burgervader. Hoewel ik er zelf geen liefhebber
van ben verkeerde ik in de veronderstelling dat het aardige van de
Nieuwjaarsduik nu juist het even rond dobberen tussen de ijsschotsen betrof,
maar dat bleek niet het geval te zijn. Behoudens een enkele dwarspisser ging er
niemand te water. Maar de opkomst voor de duik was dit jaar groot. Maar liefst
60 gegadigden gingen te water aan de Singelstraat.
Net als voorgaande keren heb ik stelling genomen aan de
Prinsentuin kant. Dus aan de overkant. Het is een prima plekje. Minder druk en
je kijkt frontaal op de menigte en springplaats. Eigenlijk moet de sprong met 2
camera’s gefilmd worden. Ook eentje aan de Singelstraatkant. Bij het bestuderen
van beelden van derden, die aan die kant gemaakt zijn, zie ik de beperkingen.
En de reden waarom ik aan de overkant sta. Aan de Singelstraatkant kun je de sprong
zelf niet goed filmen. Het is er te druk. Er gaat dus altijd een fotograaf voor
je staan. Dat zie je hier gebeuren. Fotografen zijn takkelijers. Het beste zou
zijn om de fotograaf subiet in het water te duwen. Tenslotte is het de
Nieuwjaarsduik. Wat je daar wel
weer goed kunt filmen zijn de duikers die uit het water klimmen en hun reacties en/of
staat van onderkoeling. Dat mis ik dan weer aan de overkant.
Het gemeentelijk vuurwerk bij de Oldehove heb ik dit jaar
vanaf de Verlaatsbrug gefilmd. Vlak bij het kamp van Occupy.
De gebruikte muziek onder het vuurwerk is de Winter uit de
Vierjaargetijden van Vivaldi
Onder de Nieuwjaarsduik hen ik naast de muziek van het daar
op praam aanwezige en onvolprezen Dweilorkest, ook muziek van het Kronos Quartet
gebruikt. Van de CD Caravan het nummer Misirlou twist.