woensdag 25 september 2013

Een open plek in het bos

In de tijd dat ik nog lokaliteiten met volledige vergunning frequenteerde maakte ik in mijn toenmalige stamkroeg kennis met een boerenzoon. Zijn naam kan ik me niet herinneren maar ik noem hem maar Anne. Hij zag er altijd keurig uit. Als een boer op zijn zondags. Compleet met zondagse klompen. Een klein sigaartje in de mondhoek. De klompen werden aanvankelijk buiten voor de deur neergezet. Zoals het hoort. Nadat ze op een avond na het kroegbezoek ontvreemd bleken te zijn, werden ze in het kleine halletje gezet. Nu brak iedereen zijn/haar nek over de reusachtige houten gevallen. Maar de barman liet het oogluikend toe. Hij was een beetje vreemde eend in de bijt in het cafe dat voornamelijk door kunstenaars en studenten bezocht werd. Maar Anne was vriendelijk en gaf met regelmaat een rondje, wat hem tot een graag geziene gast maakte.
Op een avond trof ik Anne in kennelijke staat aan. Nu was dat op zich niet vreemd. Ik heb hem zelden of nooit nuchter meegemaakt. Maar op de bewuste avond was hij laveloos om niet te zeggen stom dronken. Wat bleek het geval? De boerderij die Anne geërfd had van zijn ouders was onteigend door de Provincie. Alweer jaren terug, maar het zat nog steeds dwars. Veel boerderijen rond Leeuwarden hebben geen agrarische functie meer of zijn gesloopt om ruimte te maken voor recreatiegebieden en nieuwbouw. Ook voor het Leeuwarder Bos moesten boerderijen gesloopt worden. In de jaren 80 van de vorige eeuw nam men het nog niet zo nauw met het historische erfgoed. Toen bijna alle boerderijen in en rond de stad gesloopt waren, bedacht men dat het misschien leuk zou zijn wat van het boerenverleden te bewaren. Veel zijn het er niet meer. Aan Achter de Hoven staat nog een boerderij die voorzien is van een golfplatendak. Bij de Harinxmabrug is er nog een beter onderhouden exemplaar en in het Leeuwarderbos is een boerderij die dienst doet als kampeerboerderij.
Anne hing inmiddels meer onder zijn barkruk dan dat hij er op zat. De barman begon zorgelijk te kijken. Er werd een taxi opgeroepen, maar de chauffeur wilde de zuipschuit niet meenemen. Anne begon inmiddels braakneigingen te vertonen en kreeg een merkwaardige blauwe kleur. Hij werd even later per brancard afgevoerd. De zwaailichten van de ambulance weerkaatsten in de spiegel achter de bar. Het was even stil in de kroeg. Later bleek dat Anne suikerziekte had. De drank exercitie had hem bijna het leven gekost.
In het Leeuwarderbos staan een paar oude bomen rond een open plek. Er waren wat restanten van een waterput zichtbaar maar die zijn inmiddels verdwenen onder het woekerende onkruid. Duidelijk is dat hier ooit een boerderij heeft gestaan. Nu wordt de plek gebruikt door dak- en thuislozen die de vrije natuur verkiezen boven de strenge regels van de nabijgelegen nachtopvang. Het is een spannende plek zo midden in het bos. Af en toe kom ik er even. Ik heb er bepaalde herinneringen. Maar de plek wordt steeds ontoegankelijker en wordt langzaam opgeslokt door het bos. Na al die jaren vraag ik me nog steeds af of hier de boerderij van Anne zijn ouders gestaan heeft. Ik kan het hem niet meer vragen. Ik zie hem nooit meer in de stad lopen op zijn zondagse klompen. In het café kom ik niet meer.

maandag 2 september 2013

Elfstedentocht voor Reuze Berenklauw

Dit jaar heeft de gemeente weinig of niets gedaan aan de Reuze Berenklauw in de stad. Zowel aan de Spoorstraat als in de Haniasteeg werd de uitbundige groeier met rust gelaten. Daar was ik blij mee. Veel mensen vinden het een vreselijke en gevaarlijke plant, maar het is mijn favoriete gewas. Het is een overblijfsel uit de oertijd en heeft stellig ergere dingen doorstaan dan de Leeuwarder groenvoorziening.
Sinds enige tijd is de Berenklauw bezig zijn groeigebied te verleggen naar het Leeuwarderbos. Een prima idee dat ik zelf ook wel eens heb. De plant heeft er de ruimte en is er niemand tot last.
Vorige zomer stond hij er prachtig bij en was al begonnen aan een opmars langs de oevers van de Dokkumer Ee. Voor zover ik kon overzien was hij al voorbij Wyns. Alsof het om een Elfstedentocht voor reuze berenklauw ging. Maar de gemeentelijke groen uitroeiingsdienst heeft er een stokje voor gestoken. Reeds aan het begin van de zomer werd duidelijk waarom dit jaar de reuze klauw in de stad met rust gelaten werd. De tuinlieden hadden het te druk in het Leeuwarderbos en niet alleen met mijn favoriete uitheemse gewas. Er werd druk gezaagd, geploegd en geschoffeld. Ik was even bang dat ze de boel wilde asfalteren.

Naslag via het internet leerde me vanwaar de angst en de agressieve houding tegenover de het reuze gewas. Berenklauw is giftig en veroorzaakt brandwonden. Met name bij kinderen die niets vermoedend in de bosjes spelen. Iedere gemeente waar de reuze groeier zich manifesteert heeft de plicht om tot uitroeiing over te gaan. Bovendien is het een invasieve of uitheemse plant die uit Oost-Europese landen komt. De Kaukasus en Roemenië en dergelijke. Dan weten we het wel. Voor je het weet wordt je bankrekening geleegd of je bankpas gekopieerd als je door het Leeuwarderbos fietst.
Ook websites van milieuorganisaties of andere flora- en faunabeschermers hadden weinig goeds over hem te melden. Uitheems, gevaarlijk en onuitroeibaar is de algemeen de teneur. Boerenkool komt ook oorspronkelijk uit Zuid-Europa maar daar hoor je ze niet over. Toch blijft het mijn favoriete plant. Van de week maar eens naar Dokkum fietsen om te kijken of ie daar al aangekomen is. Op het wereld beroemde bruggetje van Bartlehiem zal ik even voor hem juichen en stilletjes hup Berenklauw roepen.