zaterdag 13 mei 2017

Analoge klappertjes

Mijn verzameling nutteloze maar dierbare stukken bestaat uit 2 delen. Een gedeelte staat opgeslagen in mijn schuurtje en bevat stenen of stukjes steen van verschillende gesloopte panden. Onder andere een hoekje van een gedenksteen uit het voormalig Bonifatius hospitaal. De letters ólk' zijn nog te lezen. Als iemand weet wat het gehele woord is, dan zou ik dat graag vernemen. Avonden heb ik er over zitten piekeren. Volk leek me het meest aannemelijk, maar kolk of wolk kan ook of erger, het zou in het Latijns kunnen zijn. Dan staat er iets als Orie et camolk. Of iets dergelijks. Maar ik vrees dat ik het bij leven nooit zal weten. Bij de verzameling in de schuur koester ik ook mijn stukje hout van het Elfstedenbrugje van Bartlehiem. Van het oorspronkelijke brugje, wel te verstaan. Het betreft een authentiek plankje. Cultuurbarbaren van de gemeente Tietjerksteradeel hebben het brugje inmiddels vernieuwd en voorzien van nieuwe houtdelen. Mijn plankje kon ik op het nippertje redden. Friesland mag me dankbaar zijn, omdat ik zo een belangrijk stuk heb gered. Eigenlijk hoort mijn plankje thuis in het Fries Museum. Ik ben alleen bang dat ze daar het historisch stuk niet op waarde zullen inschatten.
Kerncentrale bij het Belgische Doel

In de huiskamer bewaar ik het tweede gedeelte van de collectie. Deze bestaat onder andere uit tegels. Een mij dierbare vloertegel komt uit een huis van Belgische het plaatsje 'Doel'. Waar een kerncentrale staat. Omdat niemand er wil wonen is Doel een spookdorp geworden. Uit een van de leegstaande huizen heb ik de tegel mee genomen. Het is een lelijke kleurloze tegel waar een hoekig motief op staat. Veel gevoel voor vormgeving hebben die Belgen niet. Maar het gaat me meer om de gevoelswaarde. De herinnering. 
Vloertegel uit Doel
Onder het weinige wat ik uit mijn ouderlijk huis heb behoort een klein potje. Het is een fraai potje dat ooit op het bureau van mijn grootvader stond. In het potje zitten kleine dingetjes. Mijn vader verzamelde van alles. Vaak onduidelijke zaken. Hij stopte het in potjes en doosjes. In het potje van mijn grootvader zit ook een jarretel van mijn moeder. Of althans een gedeelte waarmee je de kous vastzet. Een clipje. Mijn moeder was een kleine dikke vrouw. Ze droeg erg ingewikkeld ondergoed. Een reusachtig korset dat haar gehele boven lichaam als een harnas insloot. De aan- en uitkleed ceremonie vond achter de deur van de klerenkast plaats. De schuifdeur die vanuit de huiskamer toegang bood tot de slaapkamer bleef open. Zodat we dagelijks de rituelen konden horen. Net als de buren, trouwens. Mijn vader moest alle haakjes in de oogjes zien te wurmen. Een tijdrovende klus die gepaard ging met veel gevloek. De jarretels in het potje zijn afgeknipt. Ik zal nooit weten waar ze van afgeknipt zijn? Ik heb het vermoeden dat ze onderaan het korset hingen. Iets als een jarretelgordel of kousenband heb ik in de garderobe van mijn moeder nooit gesignaleerd. Waarom mijn vader het bewaarde is onduidelijk. Maar dat geld voor de meeste dingen die hij bewaarde. Er zit in het potje nog een manchetknoop, een klein stukje koraal en een fijnstemmer voor een viool, een medaille voor een zwemwedstrijd uit 1936 en een klappertjesraket. Jofel speelgoed. Het klappertje plaatste je in de voorkant van de raket, waarna je hem hoog in de lucht gooide. Als het ding dan op de stoep viel dan hoorde je dan het gewenste knalletje. De klappertjesraket was vroeger zeer populair. Vandaag de dag zie je ze niet meer. Misschien dat hele jonge kinderen nog een klapperpistooltje of raketje voor hun verjaardag krijgen. Maar de smartfoon heeft de plaats ingenomen van het analoge geklapper. Net zoals de volwassen lopen jongeren de hele dag met het scherm van een smartfoon voor hun neus. Als je een groepje scholieren ziet, dan hebben ze geheid allemaal zo een ding. Eigenlijk vind ik het armoede. 'Ga toch spelen' denk ik wel eens. Een klappertjesraket is toch veel leuker.