donderdag 15 januari 2015

Stadsontwikkeling

Als je oude foto's van Leeuwarden bekijkt zie je weidse pleinen. De stad straalt een bepaalde wereldse grandeur uit. Statige hotels, koetsjes met paarden en dames in deftige lange jurken. Het stationsplein was nog de entree van de stad en niet van de Avero of Achmea.
De pleinen zijn verdwenen. Er zijn autowegen over aangelegd of lelijke nieuwbouw op gepleegd. Zacht uitgedrukt zou je zeggen dat er slordig met het stadsbeeld is omgesprongen. Welke stad springt nu zo om met zijn historische pleinen. De uitdrukking pleinafsluitend gebouw is een Leeuwarder vinding. Het is ontwikkeld door Bonnema architecten in 1980. Het plein werd afgesloten met een winkelcentrum. Stel je voor dat ze in Parijs een pleinafsluitend winkelcentrum neer zouden zetten op Place de la Concorde of in London op het Trafalgar Square. Iedereen zou vragen of je een gaatje in je hoofd hebt als je het zou voorstellen. Het  pleinafsluitend gebouw is een treurige Leeuwarder stedenbouwkundige uitvinding. Waar andere steden plein ontsluitende toepassingen bedenken, timmert Leeuwarden de boel dicht. Nu achteraf biedt het plein een treurige aanblik. Een paar bomen staan te verpieteren omdat het slecht wortel schieten is, op een betonnen parkeergaragedak en door de winkelslurf staat het gerechtsgebouw asymmetrisch voor het plein. Dat is misschien niet de ergste bouwkundige fout. Maar het laat goed zien dat er maar een beetje oplos gebouwd werd. Hoe weinig de architect naar de omgeving gekeken heeft.
Wilhelminaplein 1927
Dat het Fries Museum geen enkele samenhang heeft met de omgeving of de geschiedenis van de stad is misschien wel het ergst. Pijnlijk duidelijk is dat te zien in het museum zelf. De oude Friese stijlkamers werden tussen houten afschuttingen geplaatst. Kennelijk om de Hindelooperstijlkamer af te schutten voor de gruwelijke nieuwbouw. Als je als Fries Museum het op je neemt om een tentoonstelling te maken van de cultuur geschiedenis van de provincie, dan is het niet handig om dat in een dergelijk brok nieuwbouw te doen. In het oude museum aan de Tweebaksmarkt stond het hele zaakje tenminste nog in echte kamers. En de Liwwadders zien hun markt gehalveerd, maar klagen niet. Het is even inschikken. Ken't skele juh.