zaterdag 22 maart 2014

De groene zee

Op zondagochtend is het mogelijk om de stad zonder Leeuwarders te zien. Als je tenminste een beetje uit de buurt van een kerk blijft. Er heerst dan een intense rust. De gemiddelde Liwwadder slaapt uit of zit in de kerk. Op zondagmorgen is het mogelijk om de stad met minder auto’s te fotograferen. Dus zonder al dan niet geparkeerd vierwielig blik.
Door de jaren heen is Leeuwarden steeds voller komen te staan met blik en vervoersmiddelen anderzijds. De binnenstad is een gekrioel van mensen, auto’s en fietsen. Bedrijvigheid alom. Je vraagt je wel eens af waarom ze zo op elkaars lip zitten. Het rare is dat als je de stad uitfiets - wat maar 2 of 3 kilometer is- er plotseling niemand meer is. Een groene zee met af en toe een paar koeien waar een weldadige rust op je neer daalt. De scheiding stad platte land is aan de noordrand het scherpst. Het geeft je een beetje het gevoel van de stad af te vallen.
Verderop in de groene zee drijven als rode eilandjes de dorpen. Hier lopen weer mensen rond. Niet zoveel en ik ken ook dorpen waar je niemand ziet. De Friese dorpen zijn vaak authentiek. Er is weinig of geen nieuwbouw gepleegd. Soms een enkel treurig nieuwbouwwijkje of wat lelijke blokkerige aanleungevallen naast het bejaarde tehuis.
In de meeste dorpen verwacht je ieder moment Ot en Sien tegen te komen. De tijd staat er stil en dat maakt de meeste dorpen tot driedimensionale schoolplaten. Het heeft wel een bepaalde charme maar het maakt Friesland soms tot een open luchtmuseum.

Leeuwarden heeft met het toevoegen van het stukje Boarnsterhim nu eindelijk een populatie van boven de 100 000. In het stukje Boarnsterhim wonen 7000 luitjes. Bij elkaar is dat dus 107 000.

Als er Grousters zijn die woningruil willen plegen en graag in een leuke volksbuurt in Leeuwarden willen wonen met veel verkeersoverlast, lawaaierige buren, boomcars, opgevoerde scootertjes, klop en zuigvegers, bladblowers, boormachines, autostofzuigers en god weet wat er nog meer herrie maakt. Dan hou ik me aanbevolen.

zondag 2 maart 2014

Vanuit het hart van de stad

De inwoners van de voormalige gemeente Boarnsterhim lijken niet echt gecharmeerd van de min of meer gedwongen toetreding tot de gemeente Leeuwarden i.v.m. gemeentelijke herindeling. De door Leeuwarden aangebrachte wijzigingen op de plaatsnaamborden werden subiet over geplakt met een sticker met gemeente Ljouwerterhim erop. Misschien omdat het Frieser klinkt of omdat het enige herinneringen oproept aan de oude en verdwenen gemeente naam. De gemiddelde Liwwadder zal het een hout wezen. Een enkele enthousiasteling heb ik de naam Groot Leeuwarden horen gebruiken. Wat ook weer overtrokken is. Het was maar een stukje van Boarnsterhiem dat toegevoegd is. Wel een mooi stukje met het havenplaatsje Grou.
Dat de bewoners van Grou het minder op de stadse fratsen van Leeuwarden hebben was me in het verleden al eens duidelijk geworden tijdens deelname aan een Grouster ideële markt voor het goede doel. Naast de verkoop van speldjes en stickers had ik een map met etsen en tekeningen van mezelf en van Leeuwarder kunstbroeders meegenomen. Op de map stond de tekst “Leeuwarder kunstenaars voor het goede doel”. Wat het doel was, kan ik me niet meer herinneren. Wel dat veel mensen wat scheef naar de map keken. Het was snel duidelijk dat ik het woordje Leeuwarder beter had kunnen weg laten. Er volgden opmerkingen in de trant van, “denk je soms dat er alleen in Leeuwarden kunstenaars wonen” of “we hebben hier ook kunstenaars, hoor”. Het deed me een beetje denken aan Sneker dichter Henk van der Veer zijn gedicht “Leeuwarden klompenhok voor de hel”.
Het een en ander werd ook bevestigd tijdens de avond die was georganiseerd voor de vrijwilligers van Mercurius. De vrijwilligers zouden in de aanwezigheid van kwartiermaker en oud FNP burgemeester Teunis Piersma kennismaken met het de directie en de voorzitter van omroep LEO. Onze concurrent in de strijd om de zendmachtiging. Van iemand als Piersma verwacht je een bepaalde onafhankelijkheid en niet dat ie met emmers stront aankomt en zich verliest in roddel en achterklap. Het diepte punt van zijn rapport -vol met verwijten naar het arme Mercurius- was het ontbreken van een Friestaalbeleid binnen de omroep. Nu wordt er bij Mercurius voornamelijk Liwwadders gesproken. Ook op radio en tv. Dat kun je verwachten bij de lokale omroep van Leeuwarden. Het zou gekker zijn als het niet zo was. Er zijn trouwens meer gemeenten die een eigen taal of dialect ontwikkeld hebben die dichter bij het Nederlands ligt dan het Fries. In de gemeente het Bildt beijverd men zich al sinds jaar en dag om het Bildts als officiële taal erkend te krijgen. Als de luitjes daar er zich prettig bij voelen? Prima toch. In de dorpskroeg van St Anna spreken ze bijna Nederlands. Kom je 5 km verderop in de dorpskroeg van Hallum dan spreken ze daar zo ontzettend Fries dat zelfs Friezen het niet verstaan. Bij Mercurius is taal nooit een punt geweest. Verstaanbaarheid is belangrijker. In het Fries, Liwwadders of Nederlands.
Ondertussen draaien we rustig door. In afwachting van de uitspraak van het Commissariaat voor de Media. Ook Jane en ik gaan stug door met het programma “Tusken himel en Fryslân”. Erg motiverend is de dreigende ondergang van de omroep niet. Maar we hebben er lol in en gaan er voor. Zoals alle Mercurianen.
Voorlopig kun je nog programma’s zien of beluisteren vanuit Leeuwarden. Vanuit het hart van de stad. Laten we hopen dat het zo blijft.