Op een van de nagels van mijn linker hand zit al sinds jaren een inkeping. Een soort litteken dat mee groeit met de nagel. Ik heb het te danken aan een ruzieachtig telefoongesprek in een telefooncel. Na afloop ramde ik de hoorn ongecontroleerd hard op het toestel en had te laat in de gaten dat mijn vinger tussen de hoorn en het toestel zat. Het gebeurde halverwege de jaren 90 in de wijk Heechterp. Door het rare litteken kan ik me het pijnlijke ongelukje in de publieke voorziening maar al te goed herinneren.
Nu was het al een wonder als je er bellen kon, want de bewuste telefooncel viel met regelmaat ten prooi aan vandalisme. Vaak heb ik er staan bellen tussen de glasscherven. Niet zelden trof je er alleen een doorgeknipte draad aan en was de hoorn verdwenen. Met de sloop van de flats verdween ook de telefooncel. De mobiele telefoon deed zijn intreden en langzaam verdween de telefooncel uit het stadsbeeld. Echt jammer kan ik het niet vinden. Hoe vaak heb ik bijvoorbeeld niet in de hoorn 'kwartje is op.' geroepen. Dat was wat je vroeger zei, als het apparaat je laatste kwartje bijna opgeslurpt had. Als de tijd bijna verstreken was werd dat duidelijk gemaakt met een gluiperig piepje.
Nu kon je meerder kwartjes in de sleuf werpen, die je dan naar mate de tijd verstreek, hoorden vallen. Hier komt weer het gezegde vandaan, 'hij heeft het kwartje horen vallen'. Dat wil zeggen dat de verbinding tot stand gekomen is. Ofwel de boodschap is begrepen. Als je de hoorn ophing vielen de niet gebruikte kwartjes rammelt in een bakje. Tegenwoordig zijn er geen telefooncellen meer. De publieke telefoon heeft de strijd verloren. Voor zover ze er nog zijn worden ze uit gebaad door particuliere bedrijven en gaan er al helemaal geen kwartjes meer in. Tijden veranderen en het straatbeeld veranderd mee. Ooit had Leeuwarden 30 houtzaag- en meelmolens en rond de 15 poldermolens. Hiervan resteren in 2015 slechts 8 poldermolens. De industrie-molens zijn allemaal verdwenen. Gesloopt of afgebrand en hebben plaatsgemaakt voor vaak lelijke nieuwbouw.
Of zoals in het geval van de door brandstichting in 1994 in de as gelegde Camminghabuurster poldermolen aan het Kalverdijkje, waar een lelijke plastic sporthal voor in de plaats gekomen is. In tegenstelling tot Leeuwarden wordt in veel Friese dorpen de molen –voor zover aanwezig- in ere gehouden. Dorpelingen hebben misschien meer oog voor geschiedenis en kunnen de waarde van het historische bouwsel voor hun leefomgeving beter inschatten. Zeg er wat van. Het is binnenkort vast weer Molendag.
Populierstraat Heechterp |
Nu kon je meerder kwartjes in de sleuf werpen, die je dan naar mate de tijd verstreek, hoorden vallen. Hier komt weer het gezegde vandaan, 'hij heeft het kwartje horen vallen'. Dat wil zeggen dat de verbinding tot stand gekomen is. Ofwel de boodschap is begrepen. Als je de hoorn ophing vielen de niet gebruikte kwartjes rammelt in een bakje. Tegenwoordig zijn er geen telefooncellen meer. De publieke telefoon heeft de strijd verloren. Voor zover ze er nog zijn worden ze uit gebaad door particuliere bedrijven en gaan er al helemaal geen kwartjes meer in. Tijden veranderen en het straatbeeld veranderd mee. Ooit had Leeuwarden 30 houtzaag- en meelmolens en rond de 15 poldermolens. Hiervan resteren in 2015 slechts 8 poldermolens. De industrie-molens zijn allemaal verdwenen. Gesloopt of afgebrand en hebben plaatsgemaakt voor vaak lelijke nieuwbouw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten