Door de jaren heen is Leeuwarden steeds voller komen te staan met blik en vervoersmiddelen anderzijds. De binnenstad is een gekrioel van mensen, auto’s en fietsen. Bedrijvigheid alom. Je vraagt je wel eens af waarom ze zo op elkaars lip zitten. Het rare is dat als je de stad uitfiets - wat maar 2 of 3 kilometer is- er plotseling niemand meer is. Een groene zee met af en toe een paar koeien waar een weldadige rust op je neer daalt. De scheiding stad platte land is aan de noordrand het scherpst. Het geeft je een beetje het gevoel van de stad af te vallen.
Verderop in de groene zee drijven als rode eilandjes de dorpen. Hier lopen weer mensen rond. Niet zoveel en ik ken ook dorpen waar je niemand ziet. De Friese dorpen zijn vaak authentiek. Er is weinig of geen nieuwbouw gepleegd. Soms een enkel treurig nieuwbouwwijkje of wat lelijke blokkerige aanleungevallen naast het bejaarde tehuis.
In de meeste dorpen verwacht je ieder moment Ot en Sien tegen te komen. De tijd staat er stil en dat maakt de meeste dorpen tot driedimensionale schoolplaten. Het heeft wel een bepaalde charme maar het maakt Friesland soms tot een open luchtmuseum.
Leeuwarden heeft met het toevoegen van het stukje Boarnsterhim nu eindelijk een populatie van boven de 100 000. In het stukje Boarnsterhim wonen 7000 luitjes. Bij elkaar is dat dus 107 000.
Als er Grousters zijn die woningruil willen plegen en graag in een leuke volksbuurt in Leeuwarden willen wonen met veel verkeersoverlast, lawaaierige buren, boomcars, opgevoerde scootertjes, klop en zuigvegers, bladblowers, boormachines, autostofzuigers en god weet wat er nog meer herrie maakt. Dan hou ik me aanbevolen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten