In de tijd dat ik nog lokaliteiten met volledige vergunning frequenteerde maakte ik in mijn toenmalige stamkroeg kennis met een boerenzoon. Zijn naam kan ik me niet herinneren maar ik noem hem maar Anne. Hij zag er altijd keurig uit. Als een boer op zijn zondags. Compleet met zondagse klompen. Een klein sigaartje in de mondhoek. De klompen werden aanvankelijk buiten voor de deur neergezet. Zoals het hoort. Nadat ze op een avond na het kroegbezoek ontvreemd bleken te zijn, werden ze in het kleine halletje gezet. Nu brak iedereen zijn/haar nek over de reusachtige houten gevallen. Maar de barman liet het oogluikend toe. Hij was een beetje vreemde eend in de bijt in het cafe dat voornamelijk door kunstenaars en studenten bezocht werd. Maar Anne was vriendelijk en gaf met regelmaat een rondje, wat hem tot een graag geziene gast maakte.
Op een avond trof ik Anne in kennelijke staat aan. Nu was dat op zich niet vreemd. Ik heb hem zelden of nooit nuchter meegemaakt. Maar op de bewuste avond was hij laveloos om niet te zeggen stom dronken. Wat bleek het geval? De boerderij die Anne geërfd had van zijn ouders was onteigend door de Provincie. Alweer jaren terug, maar het zat nog steeds dwars. Veel boerderijen rond Leeuwarden hebben geen agrarische functie meer of zijn gesloopt om ruimte te maken voor recreatiegebieden en nieuwbouw. Ook voor het Leeuwarder Bos moesten boerderijen gesloopt worden. In de jaren 80 van de vorige eeuw nam men het nog niet zo nauw met het historische erfgoed. Toen bijna alle boerderijen in en rond de stad gesloopt waren, bedacht men dat het misschien leuk zou zijn wat van het boerenverleden te bewaren. Veel zijn het er niet meer. Aan Achter de Hoven staat nog een boerderij die voorzien is van een golfplatendak. Bij de Harinxmabrug is er nog een beter onderhouden exemplaar en in het Leeuwarderbos is een boerderij die dienst doet als kampeerboerderij.
Anne hing inmiddels meer onder zijn barkruk dan dat hij er op zat. De barman begon zorgelijk te kijken. Er werd een taxi opgeroepen, maar de chauffeur wilde de zuipschuit niet meenemen. Anne begon inmiddels braakneigingen te vertonen en kreeg een merkwaardige blauwe kleur. Hij werd even later per brancard afgevoerd. De zwaailichten van de ambulance weerkaatsten in de spiegel achter de bar. Het was even stil in de kroeg. Later bleek dat Anne suikerziekte had. De drank exercitie had hem bijna het leven gekost.
Op een avond trof ik Anne in kennelijke staat aan. Nu was dat op zich niet vreemd. Ik heb hem zelden of nooit nuchter meegemaakt. Maar op de bewuste avond was hij laveloos om niet te zeggen stom dronken. Wat bleek het geval? De boerderij die Anne geërfd had van zijn ouders was onteigend door de Provincie. Alweer jaren terug, maar het zat nog steeds dwars. Veel boerderijen rond Leeuwarden hebben geen agrarische functie meer of zijn gesloopt om ruimte te maken voor recreatiegebieden en nieuwbouw. Ook voor het Leeuwarder Bos moesten boerderijen gesloopt worden. In de jaren 80 van de vorige eeuw nam men het nog niet zo nauw met het historische erfgoed. Toen bijna alle boerderijen in en rond de stad gesloopt waren, bedacht men dat het misschien leuk zou zijn wat van het boerenverleden te bewaren. Veel zijn het er niet meer. Aan Achter de Hoven staat nog een boerderij die voorzien is van een golfplatendak. Bij de Harinxmabrug is er nog een beter onderhouden exemplaar en in het Leeuwarderbos is een boerderij die dienst doet als kampeerboerderij.
Anne hing inmiddels meer onder zijn barkruk dan dat hij er op zat. De barman begon zorgelijk te kijken. Er werd een taxi opgeroepen, maar de chauffeur wilde de zuipschuit niet meenemen. Anne begon inmiddels braakneigingen te vertonen en kreeg een merkwaardige blauwe kleur. Hij werd even later per brancard afgevoerd. De zwaailichten van de ambulance weerkaatsten in de spiegel achter de bar. Het was even stil in de kroeg. Later bleek dat Anne suikerziekte had. De drank exercitie had hem bijna het leven gekost.
In het Leeuwarderbos staan een paar oude bomen rond een open plek. Er waren wat restanten van een waterput zichtbaar maar die zijn inmiddels verdwenen onder het woekerende onkruid. Duidelijk is dat hier ooit een boerderij heeft gestaan. Nu wordt de plek gebruikt door dak- en thuislozen die de vrije natuur verkiezen boven de strenge regels van de nabijgelegen nachtopvang. Het is een spannende plek zo midden in het bos. Af en toe kom ik er even. Ik heb er bepaalde herinneringen. Maar de plek wordt steeds ontoegankelijker en wordt langzaam opgeslokt door het bos. Na al die jaren vraag ik me nog steeds af of hier de boerderij van Anne zijn ouders gestaan heeft. Ik kan het hem niet meer vragen. Ik zie hem nooit meer in de stad lopen op zijn zondagse klompen. In het café kom ik niet meer.