heb de heer Reimer Visser voor het eerst ontmoet
in 2009, toen ik op weg was naar de Tjessingawei om te kijken of ik daar iets
kon filmen van de Open Luchtmachtdagen op de vliegbasis. Voor zijn deur aan de
Troelstraweg had hij een prachtig bewegend beeld van Piter Jelle Troelstra neergezet. Met de tekst “It Moat Oars”. Toen ik het filmde, Ik kwam hij naar
buiten en nodigde me uit voor een kopje koffie. Reimer restaureert oude auto’s.
Hoe hij het precies doet is me niet helemaal duidelijk, maar het zijn prachtige oldtimers.
Met de afgelopen Internationale vliegoefening op de luchtbasis ging ik wederom op de Tjessingawei kijken. Je kunt er dicht bij de basis komen. Reimer stond voor de deur van zijn werkplaats. Omdat ik nieuwsgierig was of hij nog andere auto’s had gerestaureerd vroeg ik of ik nog een keer langs mocht komen. Voor ik door kon fietsen wist hij nog te melden dat er een soos opgericht was. Reimer was de week daarop toen ik met mijn camera langs kwam met geheel andere zaken bezig dan oldtimers. De Groote Bonte Koe (de naam van zijn huis) biedt gelegenheid aan een aantal verontruste burgers die zich hebben verenigd in de Volkssociëteit Friesland, om te vergaderen. Het duurde even bij me voor het kwartje viel, maar toen begreep ik dat het Leeuwarder Dagboek uitverkoren was om de oprichting wereldkundig te maken. Bij deze dus.
Met de afgelopen Internationale vliegoefening op de luchtbasis ging ik wederom op de Tjessingawei kijken. Je kunt er dicht bij de basis komen. Reimer stond voor de deur van zijn werkplaats. Omdat ik nieuwsgierig was of hij nog andere auto’s had gerestaureerd vroeg ik of ik nog een keer langs mocht komen. Voor ik door kon fietsen wist hij nog te melden dat er een soos opgericht was. Reimer was de week daarop toen ik met mijn camera langs kwam met geheel andere zaken bezig dan oldtimers. De Groote Bonte Koe (de naam van zijn huis) biedt gelegenheid aan een aantal verontruste burgers die zich hebben verenigd in de Volkssociëteit Friesland, om te vergaderen. Het duurde even bij me voor het kwartje viel, maar toen begreep ik dat het Leeuwarder Dagboek uitverkoren was om de oprichting wereldkundig te maken. Bij deze dus.
Aan het eind van de Tjessingawei liep tot 1960 het Dokkumer Lokaeltje. De treinverbinding tussen Leeuwarden en Anjum. Ik heb al een poosje
het plan om de oude route langs te fietsen en de restanten van het spoor te
filmen. De oude stationnetjes die nog overal in Noord-Friesland nog
bestaan. En de loodsen en stukken rails. Onlangs was er sprake van om de oude
treinverbinding te herstellen en tot voorkort lag de rails er nog. Maar in de
LC had ik al gelezen dat ze bezig waren de oude rails te verwijderen. Er zou
een klein kapitaal aan oud ijzer liggen. Inderdaad zonde om te laten liggen.
Alleen het Dokkumer Lokaeltje kunnen we nu natuurlijk wel schudden. Jammer. Ook
de bielzen zijn weg. Altijd leuk voor de tuin. Alleen de stenen liggen er nog
en er staan veel mooie wilde planten. Ik vond nog een bijzondere steen. Een steen met
een gaatje waarvan ik niet weet wat het is. Eerst dacht ik een versteend botje.
Kan een stukje van een oude pijp zijn. Later dacht ik dat het misschien een
kraal van een ketting van een of andere oer Fries geweest zou kunnen zijn. Maar
het zal wel een duistere vondst blijven.
Gebruikte muziek: flambee montalbanaise van ene meneer Gus Viseur et son orchestre en het 2de muziekje is van Bob Brozman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten