zaterdag 27 december 2014

Gevederde vrienden

Mijn tuintijger komt sinds een akelige confrontatie met 2 eksters niet meer op het dak. En al helemaal niet meer op de nok. Het dak is en blijft hartstikke leuk maar het is het domein van onze gevederde vrienden, de vogels. Een kat die op de nok gaat zitten loopt risico's. Vogels hebben zo hun methodes om af te rekenen met indringers. Ook andere buurtpoesen die ik aanvankelijk dapper over de nokpannen zag schuiven, zijn na een tijdje gestopt met hun Alpinisme. Met name de eksters verdedigen hun domein effectief. Ze gaan als volgt te werk. Poes zit op de nok. Er komt eerst één ekster op ruim een meter afstand van de Alpinist zitten. Als het poesenbeest aanvalt, hipt de ekster een meter verder op de nok. De poes hopt er achteraan. Bij de volgende aanval springt de zwart witte vogel wederom een meter opzij. En en zo hipt en hopt het door tot  de poes er de balen van heeft. Echter deze actie volstaat niet om de poes van het dak te krijgen. Wel is het een beetje tricky actie voor tuintijgers. Poesen beschikken niet over de juiste dakklauwen. Tijdens de actie lopen ze dus het risico van het dak te lazeren.
Kater van de buren op de uitkijk.

Bovendien komen ze als ze een straat verder zijn er achter dat de ekster ze voor het lapje houdt. Om het dak schoon te vegen en poesvrij te maken is er hulp van een tweede ekster nodig. De actie start zoals eerder verteld met één ekster. De gevederde vriend is nu agressiever. Halverwege het traject stopt de vogel en neemt een dreigende houding aan. Dat is mijn pluisgenoot niet gewend. Dan landt er een tweede ekster zodat poes tussen 2 dreigende eksters zit. Dat is schrikken. De vluchtwegen zijn afgesloten. Behalve schuin via de pannen naar beneden. Door de schrik lukt de aftocht niet goed en een val is onvermijdelijk. De schade viel mee. Ik hoefde niet met een gebroken poesenpootje naar de dierendokter. Wel moest ik de volgende dag de ladder van de buurman lenen. Om een paar pannen recht te leggen.

woensdag 3 december 2014

Vrienden van de oude watertoren

De beginselen van de fotografie zijn mij bijgebracht door een oom. Deze oom had een zelf gebouwde vergroter in een kast in de gang. Het ding had als behuizing een oude stofzuiger. Verdere technische details kan ik me niet herinneren. Zelf had ik een een houten vergroter in elkaar getimmerd. Het ding was voorzien van de balg van een oude platencamera en kon langs 2 latten die aan het plafond bevestigd waren, omhoog of omlaag geschoven worden. De condensor die voor een egale belichting moest zorgen was een plaatje melkglas. Aanvankelijk had ik een Agfa Click als fototoestel. De Click was het iets kleinere broertje van de Agfa Clack. Beide toestellen waren in de jaren 50 populair en werden in grote hoeveelheid geproduceerd. Vandaag de dag zie je zowel de Click als de Clack regelmatig op  rommelmarkten opduiken waar je ze voor een klein bedrag als curiosa kunt kopen. Beide exemplaren behoren dan ook tot mijn collectie. Soms maak ik er een open om aan de binnenkant het vervlogen verleden te ruiken.
Agfa Clack

Later kreeg ik van mijn ouders voor mijn verjaardag een Agfa Isola. Een moderner toestel maar nog steeds een rolfilm camera. Eigenlijk had ik liever een kleinbeeldcamera willen hebben. Maar die waren toen onbetaalbaar. Wel kreeg ik later een Zenit kleinbeeld van Russische makelij. Zenit wist de meeste dure merken zorgvuldig na te maken en veel goedkoper op de markt te brengen.



Op een reis naar Turkije kwam ik er achter dat fotografie ook anders kan. In Istanboel op straat heb ik ooit een foto van mezelf laten maken door middel van een gigantische balg-camera. De fotograaf stond in een grote zwarte tent. Het ding leek het meest op een klassieke platencamera. Eerst werd een negatief gemaakt op papier. Op pasfotoformaat. In de zwarte tent moesten piepkleine bakjes ontwikkelaar en fixeer aanwezig zijn. Vervolgens werd een latje vanonder de lens getrokken waar het papieren negatief op gezet werd. De fotograaf kroop weer in de tent en fotografeerde het papieren negatief en verkreeg zo het papieren positief die hij me even later nat en naar fixeer riekend overhandigde. Polaroid op zijn Turks. Het was een klein wazig fotootje waarin ik mezelf in een mistflard terug zag. Het had iets geheimzinnigs. Ik heb het portretje jaren in mijn portefeuille gehouden. Veel leuker dan de pasfoto-automaat van de HEMA die tegenwoordig trouwens verdwenen is. De analoge pasfoto bestaat niet meer. Dat is jammer. Ergens in een laatje heb ik nog een paar strookjes met 4 pasfoto's. Ongeveer 20 jaar oud. De eerste foto laat een leeg hokje zien. Op de tweede zie ik een stuk van een trui en een broeksriem. Op de derde zie ik mezelf ongeduldig omhoog kijken. Op de vierde staat mijn hoofd in de juiste pasfoto stand maar heb ik net mijn ogen dicht. Op een tweede strookje pasfoto's waarvan er één is afgeknipt en dus 3 resteren, zie ik mezelf met een toenmalige vriendin. We trekken rare gezichten en hebben duidelijk veel lol. Met het verdwijnen van de pasfoto-automaat is er veel romantiek verloren gegaan.
Het Vliet, Leeuwarden