zondag 3 april 2016

Miss Blanche

Mijn eerste sigaret was van het merk Groene Silky. In mijn familie zaten enkele notoire rokers. Ik herinner me een kleine rokerige huiskamer waar veel familie op bezoek kwam. Bietensalade naar oud Joodsrecept op de feestdagen. Op verjaardagen kreeg iedereen advocaat. Een zoetig vla-achtige substantie met een licht alcohol percentage. Voor mijn grootvader werd oude klare gekocht. Ik had een kleine, kromgetrokken opa die op een blaffende en gorgelende manier hoestte. Naast sigaren rookte hij 2 soorten shag, die hij mixte in een draai-apparaat. Ondanks zijn gerook is hij toch nog dik in de 80 geworden. Hoestend en rochelend. Dat wel. Mijn ouders zaten tegenover elkaar bij de kachel. Mijn moeder was een zware rookster. Ze had een merkwaardige manier van roken die het midden hield tussen pruimen en roken. Doordat ze zo nat rookte, kwamen er plukken tabak los, waar ze op koude en vervolgens in de asbak deed, zodat daar een bruine bergjes ontstonden, waartussen ze de peuken uitmaakte. We woonden boven een sigarenboer, dus dat was handig. Aanvankelijk rookte ze Groene Silky. Andere merken die ik me kan herinneren zijn Miss Blanche en Bastos. Het eerste pakje kocht ik toen ik een jaar of 14 was. Samen met een buurjongen, tijdens een vakantie op het eiland Texel. Stiekem in de bosjes rookten we de verboden middelen op. Overigens vonden er ook andere activiteiten van meer amoureuze aard plaats in die zelfde bosjes. Het roken van een sigaret en seksualiteit waren beiden verboden en daarom natuurlijk uitermate spannend.

Nu werd roken in de jaren 60 niet zoals vandaag de dag als een halsmisdrijf gezien. Het is nog niet zolang geleden dat er overal -ook in publieke ruimten- openlijk gerookt werd. In de treinen waren rookcoupés en in de bussen waren handige asbakjes op de rugleuning van de stoelen gemonteerd. Ook in de bioscopen, trouwens. Op mijn werk stond de asbak op mijn bureau en ook tijdens vergaderingen werd zwaar gerookt. Het moet ongeveer in 2004 geweest zijn toen hier verandering in kwam. Het roken op het station werd verboden. Om de rokende medemens te gemoed te komen werd de z.g. rookpaal ontwikkeld. Op bepaalde plaatsen op de stations werd een plekje gereserveerd waar gerookt kon worden. De paal -die alweer uit beeld verdwenen is- deed zijn naam eer aan. Hij produceerde veel rook en soms stond de hele paal in de fik, waarbij het gehele station blauw stond. Soms moest de brandweer de paal blussen. Rookpaal afgebrand. Een minder goede vinding dus. Op station Amersfoort zag ik laatst een andere vinding om de rokende reiziger te gemoed te komen. Het rookvierkant. Toen ik er enige tijd terug moest wachten op een aansluiting, viel me een geheel leeg perron op, waar in het midden een kluitje mensen in de vorm van een vierkant stonden. Het betrof een in het vierkant uitgezette lijn waarbinnen gerookt mocht worden. Zonder rokende paal. Peuken werden gewoon op de grond gegooid. Het was best gezellig in het rokersvierkant. Verslaafden onder elkaar.

Weaze
Later volgde het rookverbod in cafés. Er kwamen speciale rookruimten die werden uitgerust met ventilatoren. Opvallend hier aan was dat het café meestal leeg was en de rookruimte vol. Ook buiten voor de cafés was het druk. Uit deze ontwikkeling ontstond het winterterras. Met heftige buiten kachels en dekentjes op de stoelen. In Leeuwarden waren er enkele cafés die het rookverbod aan hun laars lapte. Dit ondanks de dreiging van een hoge boete. Zo kan ik me café het Hoekje herinneren op de Weaze. De asbakken bleven er tegen de klippen op, op tafel staan. In tegenstelling tot de verwachtingen werd de Tabakswet uit 2004 aangescherpt. Ook de rokersruimten verdwenen uit beeld. Rond openbare gebouwen verscheen een cirkel waarbinnen niet meer gerookt mag worden. Er gaan stemmen op, om ook het roken op de terrassen te verbieden. Nu liggen de meeste terrasjes van Leeuwarden in de binnenstad en bevinden zich vaak op een trottoir. Regelmatig heb ik op een terras aan de Tweebaksmarkt naar de walmende uitlaat van een auto zitten kijken. De hele straat stond af en toe blauw. Het gekke is dat iedereen dat wel normaal vindt. Daar hoor ik dan weer geen klachten over. Rare wereld.