vrijdag 25 december 2015

Stilte

Een geluid dat ik me uit mijn prilste jeugd kan herinneren is het geluid van een auto op een lange weg. Het geluid van de motor is aanvankelijk nauwelijks hoorbaar. Naarmate hij dichterbij komt neemt het geluid toe om vervolgens weer af te nemen om uiteindelijk te verdwijnen. Ik hoorde dit specifieke geluid voor het eerst toen ik in bed lag in het vakantiehuisje van mijn grootmoeder in Egmond aan Den Hoef. Het zal eind jaren 50 geweest zijn. Het aanzwellen en afnemen van het geluid duurde heel lang en ik kan het me waarschijnlijk zo goed herinneren omdat ik als stadsjongetje nooit één auto hoorde, maar altijd een hele boel. Ik moet een lawaaierige jeugd gehad in Amsterdam Oost. Er werd in de buurt altijd wel iets gesloopt of gebouwd. Lawaaierige trams komen om 4 uur 's nachts al uit de remise. Dag en nacht zoemen ventilatoren op de daken van de kantoorgebouwen.
Amstel Brouwerij Amsterdam Oost jaren 70
 Tegenover ons was de voormalige fabriek van de Amstelbrouwerij gevestigd. Afgezien van de specifieke fabrieksherrie was het ook een constant laden en lossen en af en aanvoer van talloze rammelende krattenbier op grote vrachtauto's. Stilte moet een volslagen onbekend begrip voor me zijn geweest. Ik moest absoluut niet geweten hebben wat stilte was. Dat moet een leven met continu herrie, dragelijk gemaakt hebben. Eigenlijk heb ik de stilte pas in Friesland ontdekt. De echte oorverdovende stilte leerde ik kennen in Nieuwebildtzijl. Stilte heeft verschillende gradaties. Op het platte land is de stilte verpletterend. Het is er overdag net zo stil als 's nachts en heeft ook een soort ondertoon die een bepaalde eenzaamheid en verlatenheid in zich draagt. Deze stilte is drukkend en onaantastbaar. Kan niet verstoord worden. Dit in tegenstelling met de stilte in Leeuwarden. De stilte in Leeuwarden is breekbaar. Mist ook de ondertoon van verlatenheid. De Leeuwarder stilte kan ieder moment verstoord worden. Meestal door iets van motorische aard, uitgerust met claxon en/of geluidsapparatuur.
Een voorbeeld. Soms doe ik een middagdutje op de bank. Het lijkt rustig in de straat. Ik ga in de juiste slaapstand liggen en sukkel in de eerste lichte droomslaap. Er komt een auto de straat in rijden. Er wordt hard drie keer geclaxonneerd. Geklapper met autodeuren. Ergens gaat een voordeur op en en twee mannen beginnen een luidruchtig gesprek. Na enkele minuten komt er een tweede auto de straat in rijden. Deze moet stoppen omdat de eerste auto de gehele straat blokkeert. Weer gaan er enkele minuten voorbij. Beide mannen lijken geenszins van plan hun gesprek te beëindigen. Dan wordt er hard geclaxonneerd. De bestuurder van de tweede auto heeft geen zin om langer te wachten en komt zijn auto uit. Wederom geklepper met deuren en het geroezemoes van stemmen neemt toe. Er zijn enkele authentieke scheldwoorden waarneembaar. Uiteindelijk na een heleboel van de bovenvermelde herrie neemt het geluid af en is er weer een uiterst tere en breekbare stilte. 

Lekkum
Ander voorbeeld. Soms als ik even wat rust wil, dan fiets ik de Dokkumer Ee langs. Ik neem een boek en een fles fris mee. Je moet voorbij het Leeuwarderbos fietsen. Het bos is niet stil genoeg. Het is een continue herrie van motorzagen, motormaaiers en ander destructief gereedschap. Het bos moet je dus ver achter je laten. Ergens voorbij het dorp Lekkum staat mijn favoriete bankje met picknicktafel. Vandalisme proof. De voorziening is herhaalde malen ten prooi gevallen aan vandalisme en is vervangen door een tafel van gerecycled plastic. Kennelijk een sterker materiaal dan hout. Eenmaal op de geliefde plek pak ik mijn spullen uit en geniet van de weldadige stilte. De stadse spanningen glijden van me af. Achter me fluit een merel. Gespetter in het water van een paar eenden. Ideale omstandigheden om mijn boek uit te lezen. Als ik bij de derde regel ben hoor ik aan de horizon een aanzwellend motorisch geraas. Ik herkende het als het opstijgen van één of meerdere straaljagers van het model F16. Binnen enkele minuten vliegen ze boven mijn hoofd met oorverdovende herrie, af en aan. Inmiddels zijn achter me een man en een uitzonderlijk dikke mevrouw van hun fiets gestapt. Ze maken aanstalten naast me op het bankje plaats te nemen. Omdat ik voorbereid was op mede bankgebruikers was ik hebberig midden op de bank gaan zitten. Dit vormde geen probleem voor het echtpaar. De man ging rechts naast me zitten en de vrouw aan mijn linker zijde.
De vrouw nam ruim de helft van het bankje in beslag, zodat ik de andere helft met de man moest delen. “Frisian Flag” schreeuwde hij hard in mijn oor terwijl hij naar boven wees, naar de voortrazende straaljagers. “Een internationale oefening” melde hij verheugd. De vrouw had inmiddels de proviand uitgepakt en schoof een boterham met kaas onder mijn neus richting de man, die nadenkend ging zitten kanen. Er werd een pak melk en fles sinas voor mijn neus op tafel gepland en de vrouw opende een plastic doos die vol zat met kippenpoten en vleugeltjes. Of ik er ook een wou? Ik bedankte beleefd en schoof mijn boek voorzichtig in mijn tas om het oorlogsgebied te verlaten. De man wees nog een keer naar boven. “Een Mirage, die zijn Frans” wist hij tussen 2 happen kip nog te vermelden. Op de terug weg keek in een bocht van de Ee even achterom. De 2 zaten nog steeds te eten. De plek waar ik zat was leeg. Ze waren niet dichter bij elkaar gaan zitten. De vrouw maakte een blik worstjes open, terwijl de man nog steeds geïnteresseerd naar de voorbij jakkerende straaljagers keek.